h

Interview met Mineke Heitink in de Tubantia

14 augustus 2006

Interview met Mineke Heitink in de Tubantia

MinekeNa de moord op Pim Fortuyn meldde Mineke Heitink zich aan bij de Socialistische Partij. ‘Mensen kunnen blijkbaar niet eens meer zeggen wat ze denken. Zo kan de maatschappij niet verder!’, dacht ik.

Naam: Mineke Heitink
Leeftijd: 48
Burgerlijke staat: gescheiden, één zoon
Beroep: WAO'er
Woonplaats: Almelo
Politieke partij: SP

Kwam die beslissing zomaar uit de lucht vallen?
‘Nee. Als kind groeide ik op in een PvdA-gezin. We hadden thuis altijd enorme discussies. Dat ging er vanaf, dat wil je niet weten! Ik tegen mijn ouders en vooral tegen mijn vader. Ik was het heel vaak niet met hem eens. Strijdbaar ben ik altijd geweest.’

Waar komt die strijdlust vandaan?
‘Ik denk dat het komt omdat ik ben geboren met spina bifida, een open ruggetje. Die aandoening werd pas later vastgesteld. In mijn jeugd hielden de artsen het op een ernstige vorm van scoliose. Het zorgde ervoor dat ik me altijd wilde bewijzen, wilde laten zien dat ik óók kon dansen, óók kon klimmen. Inmiddels heeft mijn handicap ervoor gezorgd dat ik in de WAO zit, maar mijn strijdbaarheid ben ik niet verloren.’

Waarom de SP?
‘Het is de meest socialistische partij die er is, die met iedereen meedenkt. De PvdA is sinds Kok zo naar het midden gegaan, vind ik. Toen ik bij de SP kwam, was er geen goed bestuur en ik werd meteen bestuurslid. Bij de verkiezingen gingen we van nul naar drie zetels. Ik voel me lekker op mijn plek in de gemeenteraad. Lekker vechten, hè. Dat vind ik schitterend. Ik ben niet iemand die achter de geraniums gaat zitten turen.’

Niet te druk?
‘Druk is het wel, maar daar maak ik me niet al te veel zorgen over. De komende dagen staat er van alles in mijn agenda: fractieoverleg, raadsvergadering, bestuursvergadering, een extra raadsvergadering. Zelfs op mijn verjaardag heb ik nog een vergadering, dus moet ik het maar in het weekeinde vieren.’

‘En dan is er nog al het leeswerk. Dat doe ik in mijn ontspanningsstoel. Een krukje erbij. Ik vind wel dat al die tijd die in vergaderen en lezen gaat zitten ten koste gaat van wat ik ook heel belangrijk vind: de straat opgaan en met mensen praten. De SP is een partij die het liefst de straat opgaat. Ik heb het idee dat ik daar de laatste tijd niet aan toe kom en dat vind ik zo jammer.’

‘Ik wil weten hoe de burger denkt over bepaalde zaken. Naar aanleiding van de fusie tussen het Erasmus en ’t Heetveld ben ik bijvoorbeeld naar het schoolplein gegaan. Daar heb ik leerkrachten aangesproken en ze gevraagd hoe zij erover denken. Die vonden het leuk en hebben me echt alles uitgelegd. En bij de ontwikkelingen rondom Cogas, heb ik contact opgenomen met de voorzitter van de ondernemingsraad. We lezen niet alleen de stukken, maar gaan er ook op uit. Dat is SP eigen. Omdat ik in de WAO zit, heb ik daar natuurlijk meer tijd voor dan de andere twee SP-raadsleden. Maar toch merk ik wel dat het raadswerk bij mij nu al zijn tol eist. Ik heb minder tijd voor mijn huishouden en ik heb meer last van mijn rug de laatste tijd. Rustiger aandoen, kan ik niet. Dat willen vechten, laten zien dat ik het ook kan, zit er nog altijd in.’
Wat is er zo leuk aan raadslid zijn?
‘Op deze manier kan ik iets voor de burgers betekenen. Daarvoor zit je er ook. Niet voor mijn eigen belang. De inkomsten die ik ervoor krijg, moet ik immers meteen afstaan aan de SP.’

‘We hebben natuurlijk maar drie zetels en dan bereik je niet heel veel. Soms is het wel frustrerend, maar dat is politiek.’
Zijn er mindere kanten?
‘De achterkamertjespolitiek. Als iemand een motie heeft gemaakt, wordt er van tevoren gevraagd: steun je mij?, zodat ze voor de tijd al een meerderheid halen. Dat doen wij niet.’

Ooit de landelijke politiek in?
‘Nee, dan moet ik bij mijn zoon weg. Die is dubbel gehandicapt. Ik hoop dat we straks een wat linksere regering krijgen en dat de minima het beter krijgen.’

U bent hier